De financiële uitwerking van de overheveling van zorgtaken van het Rijk naar de gemeenten brengt nog altijd grote onzekerheden mee. Veel grote gemeenten hebben uit voorzorg extra financiële buffers aangelegd.

Dat blijkt uit een inventarisatie van Het Financieele Dagblad, dat de begrotingen van de veertig grootste gemeenten onder de loep nam.

Deze gemeenten hebben volgens het FD in totaal voor 350 miljoen euro extra reserves aangelegd om de overgang van zorgtaken van het Rijk naar gemeenten in goede banen te leiden.

Kernprobleem is dat Rijk en gemeenten er nog altijd niet uit zijn hoe de budgetten voor langdurige zorg, jeugdzorg en re-integratie van arbeidsgehandicapten precies verdeeld moeten worden.

Verdeling zorgbudget gemeenten nog niet helder

Gemeenten met specifieke zorgkenmerken vrezen dat zij geen budget op maat krijgen. Zo klaagt de gemeente Apeldoorn over de gebrekkige aandacht voor het feit dat er veel psychiatrische instellingen zijn in de Veluwe en dus relatief veel inwoners met zorgbehoeften. Enschede en Arnhem zien op hun beurt problemen opdoemen vanwege het hoge aantal bijstandstrekkers in deze gemeenten.

Staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid erkent tegenover het FD dat het kabinet nog aan het studeren is op de verdeelsleutel van de budgetten, samen met de gemeentekoepel VNG en onderzoeksbureaus. "Dit jaar werken we nog met modellen op grond van historische gegevens. We gaan ze aanpassen als ze achterhaald zijn." In mei 2016 wordt bekendgemaakt hoe eventuele nieuwe modellen eruit gaan zien.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl